Phytophthora infectie bij Acer saccharinum.
In 1999 werd een ziekte met bloedingen van druipend zwart sap, symptomatisch vergelijkbaar met eikenbloedingsziekte (elzenbloedingsziekte, beukenbloedingsziekte, paardenkastanjebloedingsziekte etc.), voor het eerst opgemerkt op een volwassen Zilveresdoorn in Reno, Nevada door Leslie Lyles.
Sindsdien heeft ze een register bijgehouden van alle gerapporteerde nieuwe gevallen van deze ziekte. In 2002 werden er meer dan 20 volwassen zilveresdoorns gemeld met de ziekte, en de meesten van hen stierven en werden zonder meer verwijderd. Er wordt aangenomen dat meer geïnfecteerde bomen ongemeld zijn gebleven.
In 2002 is er serieus onderzoek naar gedaan naar de veroorzaker van de bloedingsziekte van Zilveresdoorn en werden er twee soorten soorten Phytophthora geïsoleerd. Één werd geïdentificeerd als Phytophthora cactorum, en een andere als een onbepaalde Phytophthora citricola-gerelateerde soort. Het wordt aangenomen dat dit de ziekteverwekkers zijn.
Bleeding Canker Disease of Silver Maple Trees
Dezelfde organismen werden overigens in 1976 aangewezen door C. M. Brasier en R. G. Strouts als de veroorzakers van de paardenkastanjebloedingsziekte.
In 2014 werd ook de ontdekking van een nieuwe soort Phytophthora bekendgemaakt. Het gaat om Phytophthora acerina die bij Gewone esdoorns (Acer pseudoplatanus) toeslaat.
Groenwerk boomverzorging trof zelf in 2017 waarschijnlijk als eerste in Nederland een door bloedingsziekte aangetaste Zilveresdoorn aan en maakte de volgende foto’s en een video en rapporteerde de vondst op deze site.
Meer over bloedingsziekte (gommose):
Bloedingsziekte van Noorse esdoorn
Bloedingsziekte (algemeen)
Paardenkastanjebloedingsziekte.
Video
Uit de gaatjes in de korst van de geharde gom groeien deze poliepachtige structuren.
Foto archief Phytophthora bij Zilveresdoorn
Hieronder een aantal (micrografische) foto’s van een boom en stukje schors van een door bloedingsziekte aangetaste esdoorn.
We weten op dit moment nog te weinig om de op de micrografische fotos getoonde structuren te kunnen identificeren maar hopen spoedig meer info te kunnen leveren over de ontwikkeling van Phytophthora bij esdoorns en over de verspreiding van de ziekte.