Produktiebomen zijn bomen die worden gekweekt voor de produktie van hout. Ze staan bij elkaar in z.g. produktiebossen en lever(d)en hout voor o.a. de mijnbouw, papierindustrie, ,bruggenbouw, woningbouw, de scheepsbouw en de meubelmakerij. Produktiebossen bestaan uit homogene populaties die, evenwijdig aan -, en dicht op elkaar, in rijen zijn aangeplant.
Het Mastbos aan de zuidrand van Breda is het oudste Nederlandse produktiebos. Het werd in 1515 aangelegd in opdracht van graaf Hendrik III van Nassau en bestond uit een vrij homogene populatie van grove dennen die moesten dienen voor de produktie van het hout onder andere benodigd voor de verbouwing van kasteel Breda en voor de Spaanse vloot . In later tijden produceerde men er de masten van de V.O.C. schepen.
Heden ten dage bestaat het areaal van Nederlandse bossen voor ongeveer de helft uit produktiebos dat grotendeels rond de helft van de twintigste eeuw is aangeplant.
Ook op kleinere schaal bestaan er bomen die vanwege de produktie van hun hout worden geteeld.
Op landgoederen levert de produktie van hout extra inkomen op voor de grondbezitter en ook hier worden er soms bomen gekapt voor de verkoop van het hout.
Boeren exploiteerden soms hakhoutbossen en planten op hun land onder meer bomen zoals wilgen en essen aan. Dit soort beplantingen werd geriefhout genoemd en de bomen: geriefbomen. Rond de boerderij waren er vaak ook echte produktiebomen aanwezig. Dit waren voornamelijk eiken die door de boeren o.a. werden gebruikt voor bouw -, en het onderhoud van de boerderijen en de aanleg van hekken en dergelijke.