Vormbomen zijn cultivars die in bepaalde vormen worden gekweekt zoals de dwerg-, prieel-, zuil-, treur-, en bolvormen. De kroonvorm handhaaft zichzelf en er is geen speciale snoei nodig om het karakteristieke uiterlijk -, en de vorm van de boom te behouden.

Vormbomen (Bolbomen) als stylistische elementen in stedelijke landschapsarchitectuur.

Waar het vormbomen betreft kunnen we deze in twee klassen indelen. Ten eerste zijn er de bomen die in een symmetrische vorm worden gekweekt zoals bv. zuil-, en bolbomen.
Daarnaast zijn er de vormbomen die hun waarde ontleden aan een abstracte vorm zoals de ‘droevige’ treurbomen of de grillige -, en ‘mysterieuze’ kronkelbomen.
Terwijl de eerste groep ons gevoel voor orde en regelmaat aanspreekt refefereert de tweede groep met haar vorm aan ons gevoel voor romantiek, dramatiek, humor en melancholie en dergelijke.
Het heeft helemaal met de stijl van de tuin en van het landschap te maken waar een bepaalde vormboom het best tot zijn recht komt.

Ook Leibomen e.d. worden vormbomen genoemd maar bij geleide vormbomen is intensieve geleide vormsnoei noodzakelijk om het uiterlijk en de symmetrie van de boom te handhaven.