Met pro-ecologisch planten bedoelen we bij Groenwerk het planten van bomen, struiken en andere planten die (plaatselijk) een grote positieve invloed uitoefenen op flora en fauna, de voortplanting ondersteunen en/of de inheemse diversiteit binnen een gebied helpen te vergroten. Deze gewassen kunnen voor planten en dieren een functie hebben als voedselbron of b.v. als nestplaats. Ze kunnen ook meerdere functies vervullen. De dieren zorgen dan vaak weer voor verspreiding van het zaad en bestuiving van de bloemen of helpen de boom tegen plagen te beschermen, hoewel de kostgangers, vooral als de habitant een schimmel of insekt is, ook een bedreiging voor de gezondheid en stabiliteit van de boom kunnen zijn.
Er zijn verschillende termen in omloop om de natuurwaarde van bomen aan te geven. We noemen hier daarvan enkele.
Voedselbomen zijn bomen die voedsel leveren aan dieren. Specifiek vogels, zoogdieren, amfibieen en reptielen. Waardbomen zijn min of meer hetzelfde maar de term wordt meestal gebruikt m.b.t. tot vlinders, en algemener voor insekten, maar ook voor afhankelijkheidsrelaties van schimmels, (korst)mossen en planten als b.v. de Maretak). Drachtbomen zijn bomen waarvan de bloesem veel nectar en/of stuifmeel levert aan insekten in het algemeen maar de term wordt meestal gebruikt in relatie tot bijen.
Ecologen spreken van Habitatbomen als bomen ecologische niches bieden aan flora en fauna in de vorm van holtes, scheuren, specifieke schorsstructuur e.d.. Zulke niches kunnen een levensvoorwaarde zijn voor dieren als vogels of insekten die op zichzelf weer van behoefte kunnen zijn voor ander leven. Ook (korst)mossen, schimmels en planten kunnen zich in deze niches nestelen terwijl de wortels van bomen soms in symbiose leven met schimmels met fraaie paddestoelen.
In het landschap worden habitatbomen door ecologen gemerkt met een golflijn. Oude habitatbomen worden door hen vaak betiteld als Veteraanbomen. De term Toekomstbomen is gereserveerd voor bomen met een hoge natuurwaarde waarvan, gezien de standplaats, verwacht kan worden dat ze onder goede omstandigheden tot volledige wasdom kunnen komen.Bomen zijn ook in hoge mate belangrijk voor vogels. Bomen die nestgelegenheid bieden aan vogels worden Nestelbomen genoemd en bomen die nestgelegenheid bieden aan roofvogels: Horstbomen. Veel vogels zijn niet echt kieskeurig waar het de locatie van het nest betreft. Bomen en struiken die door een dichte groei bescherming bieden zijn bij veel vogels in trek. Ook een aantal vleermuissoorten heeft hun nesten in bomen net als de Eekhoorn en de Boommarter.
Naast voedselbron en nestelboom spelen bomen soms ook een rol als Uitkijkbomen die door roofvogels gebruikt worden als uitkijkpost of bieden ze slaapplaats (Slaapbomen) of schuilplaats. Tot slot vermelden we nog de z.g. Verzamelbomen waarin groepen vogels (b.v. Spreeuwen) zich verzamelen en de Roestbomen waarin Ransuilen samenkomen.